Inge Visser
Vakantie in het buitenland
Vakantie

Liefde stuurt er al een paar weken op aan, vakantie in het buitenland. Liefde is moe, hij heeft behoefte aan ‘even helemaal niks’ en wil voor Pampus op een mooi wit strand. Bij voorkeur met een lekker warm temperatuurtje en een verkoelend zeebriesje. Liefde wil naar Rhodos.

Onze eerste zonvakantie samen was naar Rhodos. Liefde genoot van de hele dag rondhangen en vooral niets doen. Ik vond het helemaal niks, dat niks doen. Het idee van elke dag hetzelfde in het kader van ‘lekker even niks’ bezorgt mij nu alweer vlekken. Elke dag opstaan, fileparkeren langs het ontbijtbuffet, dat om 8.30 uur al volkomen leeg geroofd is, en daarna wachten op de lift die je terug brengt naar je kamer.

Je staat samen met de rest van het hotel bij veel te weinig liften voor veel te veel gasten. En altijd die ene a-sociale gast die zoals elke ochtend via de zijkant de wachtrij ontwijkt. Je (her-)kent hem aan zijn stoïcijnse gezicht, compleet met zonnebril en quasi voor zich uit starende blik, die de lift in sloft op zijn badslippers alsof hij al die 300 andere wachtende gasten niet heeft zien staan. Omdat je ‘gezellig’ op vakantie bent probeer je elkaar in bedwang te houden zodat de man niet ter plekke gelyncht wordt. Tegen de tijd dat wij in de lift konden stappen om naar onze kamer te gaan kwamen de eerste gasten alweer naar beneden, bepakt met strandlaken, boek en zonnebrand.

Het ontbijt was al verteerd tegen de tijd dat wij onze kamer bereikten. Snel even tanden poetsen, bikini aan (Liefde natuurlijk een zwembroek), om daarna op een holletje met de tandpasta nog in je mondhoeken terug naar beneden te snellen met het drama dat lift heet. De klok sloeg pas 9.00 uur maar het voelde alsof je er al een compleet dagdeel op hebt zitten. Dit alles had maar 1 doel; een ligstoel bemachtigen op het strand. Dat en sich was elke ochtend trouwens ook nog best ingewikkeld.

Waar je ook op vakantie gaat, je hebt altijd een opper toerist (je weet wel, die man met die zonnebril en badslippers in de lift). Oppertoerist vindt dat het strand inclusief stoelen van hem is. Deze oppertoerist weet altijd in de vroege vroegte ongezien zijn stoel en die van de rest van zijn 10-koppige familie, te claimen met handdoekjes. Ik verdenk oppertoerist er ook een beetje van dat hij, omdat er om 6.00 uur ’s morgens toch geen mens wakker is, voor de zekerheid al urinerend de met handdoeken bedekte stoelen tot zijn territorium plast. Want het werkt, niemand heeft het lef om de stoelen van oppertoerist en zijn familie in te pikken. Ik wel, gewoon uit dwarsigheid en verveling.

Nadat ik de handdoeken van opper toerist quasi in het zand had laten vallen, installeerden wij ons en maakten ons op voor weer een dagje ‘lekker niks’. Nou, ik weet niet hoor, maar voordat we dus voor Pampus lagen had ik mij al geërgerd voor tien. De stressvlekken zaten in mijn nek, ik zat nog eerder op het strand dan thuis aan het ontbijt, hoezo ‘lekker niks’?!  Voor je goed en wel gewend was aan je plekje moest je alweer rennen voor het lunchbuffet. Een ritueel dat zich herhaalde bij het diner. En dat elke dag! Elke dag, weet je wel hoe vermoeiend dat is? Naast mij zuchtte Liefde ‘hè lekker in de zon, ik kan hier zo van genieten”……

Serieus, ik heb drie dagen lang geprobeerd mij aan te passen aan de mensenmassa die de hele dag bezig was met lekker niks. Vol verbazing heb ik over mijn boek heen gekeken naar een strand vol mensen die ‘aan het genieten’ waren. Ik wilde leren hoe dat moest, genieten. Ik heb zelfs geprobeerd bij de groep te horen. Overigens heb ik wel geweigerd om met mijn ligbed mee te draaien met de zon. Dat liet ik over aan de echt veel te bruine dames, die als in een draaimolen over het strand heen zwierden met hun ligbed. Maar verder deed ik echt mijn best. Alles voor mijn Liefde.

Maar na drie dagen ‘lekker niks’ en ‘genieten’ was ik er helemaal klaar mee. De verveling sloeg toe, ik wilde naar huis. Er was alleen een klein probleempje, we hadden voor 8 dagen geboekt. Dus na een complete zenuwinzinking op dag drie en een peptalk van Liefde, ging ik ’s avonds weer opgewekt op tijd naar bed. Immers, ’s morgens ging om 7.45 uur de wekker voor weer een nieuwe dag ‘lekker niks en genieten’. Na acht lange dagen waren we eindelijk thuis. Liefde was lekker uitgerust, hij was blij en kon er weer tegen. En ik? Ik was toe aan ‘even niets’.

Terug naar overzicht