Al op jonge leeftijd was ik dol op auto’s. De Volvo Amazon P130 uit 1967 is lange tijd mijn droom auto geweest en heeft nog altijd een plekje in mijn hart. Niet dat ik er ooit één heb mogen bezitten. Mijn portemonnee vond dat dromen over een Volvo Amazon beter was dan er één aanschaffen.
Dus na het behalen van mijn rijbewijs had ik al snel een Fiat Uno uit het jaar kruik. Deze werd niet lang erna vervangen door een wat nieuwere versie uit het jaar prik van hetzelfde merk. Eén nadeel: mijn Uno was niet vooruit te branden. En dat strookte niet met mijn hang naar snelheid. Evenmin met het verlangen op zijn minst met het verkeer mee te kunnen rijden.
Vaak heb ik mijn Uno niet kunnen verleiden om zich iets sneller te verplaatsen dan de vrachtwagens op de rechterbaan waarvan de chauffeurs ontzettend hun best deden om ruimte voor mij te maken. Zodra de ruimte dusdanig was dat er met gemak een legercolonne tussen paste en mijn Uno nog steeds niet voornemens was zich ertussen te manoeuvreren, sloten de chauffeurs steevast het gat en moest ik met kunst- en vliegwerk alsnog op de snelweg zien te geraken. Dus op een dag was ik het meer dan beu en kocht een onverwoestbare Toyota Corolla uit 1995.
Kikkergroen met roze striping, ook dat was een keuze van mijn portemonnee. Maar ach, de roze striping sloopte ik er direct af en het feit dat deze auto wel vooruit wilde won overtuigend van de afzichtelijk groene kleur. Ik was blij met mijn auto. Jarenlang legde ik heel wat kilometers af met dit trouwe beestje dat mij nooit in de steek liet en begreep wanneer ik lekker door wilde rijden. Op een kwade dag kreeg ik een partner die weigerde met mij mee te rijden in mijn Corolla. Aangezien deze partner een blijvertje leek heb ik onder dwang afscheid genomen van mijn kikkergroene Corolla.
Hoewel ik gevoelsmatig nooit over mijn Corolla heen zou komen gebeurde dit toch, ik werd verliefd op een Mercedes Benz ML 430! Elke dag was ik dolgelukkig om erin te kunnen springen. Letterlijk springen, ik ben namelijk niet groot en ML was eigenlijk een maatje te hoog voor mij. Dat liet hij mij dan ook zo af en toe even plagerig weten. Bijvoorbeeld in de winter. Wanneer de ruiten bevroren waren deed ik moeite om de boel schoon te krabben. Met ijspegels in mijn haar, een bevroren jas en besneeuwde knieën altijd kwam ik er altijd weer achter dat ik toch echt niet verder kwam dan het randje van de voorruit. ML probeerde mij nederig te houden, alleen begreep ik die boodschap niet helemaal. Ik was echt mijn Corolla niet vergeten, echt niet. Mar de liefde voor ML groeide groter dan ooit. ML besloot mij een lesje te leren.
Ik hield ML redelijk basic. Toch leek het mij leuk om hem te trakteren op de dikste en breedste banden die eronder mochten en konden. Dus ML naar de bandenspecialist. ’s Middags ging ik hem ophalen, ik was trots als een pauw op zijn nieuw verworven stoere uiterlijk. Misschien moest ik toch maar eens wat chromen accenten aanbrengen, dacht ik terwijl ik mijn inmiddels zo vertrouwde en voorgeprogrammeerde sprongetje maakte om achter het stuur te komen. Met een klap stootte ik met mijn heup tegen de zijkant van mijn stoel en voor ik het wist stond ik weer op de stoep.
Verdwaasd keek ik naar ML terwijl deze quasi voor zich uit keek. Het was tenslotte niet zijn schuld dat hij nu centimeters hoger op zijn sloffen stond waardoor mijn geprogrammeerde sprongetje volkomen zinloos was geworden. Ik had mij laten meeslepen van een verdrietig afscheid van mijn Corolla naar het ongegeneerd willen pronken met ML. Ik begreep de boodschap en ik heb ML verder gelaten zoals hij was. Wel inclusief nieuwe banden en een nieuw voorgeprogrammeerd sprongetje. En onderweg groet en eer ik nog elke dag in stilte de laatste Corolla’s uit 1995 terwijl wij elkaar passeren
Terug naar overzicht