Hoewel de grote Harry Houdini in 1926 overleden was, waren wij er bij ons thuis zeker van: in onze flatwoning leefde rond 1975 een incarnatie van deze grote goochelaar en boeienkoning. Hij was drie turven hoog, bruine krulletjes op zijn hoofd en had een paar prachtig bruine, onschuldige ogen. Deze mini Houdini was in het dagelijkse leven mijn broertje.
Al op jonge leeftijd bleek broertje niet onder de indruk van beperkingen. ‘Hoezo, ik mag mijn bed niet uit?’, moet hij gedacht hebben toen hij de spijlen van zijn ledikantje trotseerde en zich parmantig over de rand van het bed liet vallen. Deze actie was niet alarmerend. Elk kind probeert op zeker moment beperkingen van zich af te schudden, en dat begint vaak bij het ontsnappen uit hun ledikantje. Niets aan de hand, toch?
Onze ouders waren bang dat hun jongste zich zou bezeren tijdens deze manier van opstaan en besloten hem in een ‘gewoon’ bed neer te leggen. Al gauw bleek dat dit niet zo’n heel goed idee was. Broertje was altijd op zoek naar de volgende uitdaging, dus werd het hem hiermee eenvoudig gemaakt om wel dertig keer op een avond zijn bedje uit te komen. Broertje was gefascineerd door de televisie. Dus telkens als vader dacht dat hij nu eindelijk onder de wol lag en neergeploft op de bank naar de t.v. wilde kijken, dook broertje weer op in de woonkamer en keek dan parmantig rond, én naar de t.v..
Er werd een nieuw middel ingezet, de judobanden van mijn zus en mij. Deze werden op vakkundige wijze aan elkaar geknoopt en onder luid protest van ons om het matras én broertje gebonden. Dat zou hem in zijn bed houden! Even leek dit ook het geval, en de rust was wedergekeerd. Niet voor lang hoor, broertje was geen ventje die zich het avontuur liet ontzeggen, hij had een plan.
Op een avond, net als de voorgaande avonden, voerde vader nietsvermoedend zijn routine met de judobanden uit. Het werd een gewoonte. Vader draaide zich zoals elke avond met zijn rug naar het bedje toe om de gordijnen te sluiten en liep in het donker het kamertje uit. Door de hal, naar de woonkamer. Wat hij daar vond deed het stoom uit zijn oren komen! Voor de televisie stond mini Houdini, compleet met het met judobanden aan hem gebonden matras op zijn rug.
Nadat de vastbindmethode zich uitgebreid had naar de lattenbodem, welke vervolgens op vakkundige wijze door mini Houdini werd gesloopt, sloeg de wanhoop toe bij onze ouders. Er kwam een nieuw plan, vader plaatste een kettinkje op de kamer van broertje. Dat zou hem leren, dacht vader. En dat klopte, broertje leerde…. nieuwe trucjes. Hij kon nu zijn kamer niet meer uit. Maar door het plaatsen van het kettinkje kon hij de deur ongegeneerd op een kier zetten. Om zo vanuit zijn bedje door het raam van de gang naar de woonkamer ongestraft t.v. kijken. Doel bereikt, broertje verveeld, dus op zoek naar een nieuw avontuur.
Op een dag dat moeder het druk had en even geen oog kon hebben voor broertje sloot zij hem op in zijn kamertje. Het kettinkje op de deur veilig gesloten. Wat onze ouders niet wilden begrijpen was dat het kamertje geen avontuur meer bood. Broertje kende deze immers als zijn broekzak. Hoewel, dat grote raam in zijn kamer was lange tijd veel te hoog en onbereikbaar voor hem. Inmiddels was broertje wat ouder en had bedacht dat met een beetje klimwerk het raam wel binnen bereik kon komen. En zo kwam het dat moeder op een gegeven moment gealarmeerd was door de walgelijke stilte die heerste in het kamertje van broertje.
Toen zij voorzichtig een kijkje ging nemen was het raam in het kamertje wijd geopend. Mini Houdini stond op de vensterbank, handjes links en rechts geklemd om het kozijn, het uitzicht over Amsterdam-Noord te bewonderen vanaf de tweede verdieping van onze flat. Dat moeder niet ter plekke een hartverzakking heeft gekregen is mij nog steeds een raadsel. Ze was echter genoeg geschrokken om diezelfde dag nog alle ramen en deuren van de flat door vader te laten beveiligen met sloten. Als een cipier trokken onze ouders vanaf toen door het huis, met een rinkelende sleutelbos.
We verhuisden in 1977 naar een klein plaatsje buiten Utrecht. We gingen van de flat naar een eengezinswoning. Inmiddels hadden onze ouders het malle idee dat broertje (alias mini Houdini) zijn streken verloren was. Dit huis werd niet zo zwaar beveiligd als de flat in Amsterdam. En zo kwam het dat broertje op een dag dat hij voor straf naar zijn kamer moest weer voor een ijzige stilte zorgde. en die stilte trok moeder wederom naar zijn kamertje. Zij trof een open raam aan, dit keer zonder mini Houdini. Het had even geduurd, maar het trucje ‘ontsnappen door een raam’ was na de oefensessie in Amsterdam dan toch gelukt. Mini Houdini had zijn kamertje, en daarmee het huis, verlaten. Via de dakgoot naar buiten gegleden langs de schuin omhoog gemetselde tuinmuur, op zoek naar nieuw avontuur.
Terug naar overzicht